Mensen over De nieuwe fiets

 

Zeer geachte aanwezigen,

Zes mei, om half zes - dat is sinds 2002 een historisch tijdstip in Nederland. En het is misschien daarom wel een heel geschikt tijdstip om u een belangrijke tip te geven. U moet zo snel mogelijk De Nieuwe Fiets lezen, het debuut van Dirk Jan Roeleven. Ik heb het het afgelopen etmaal in één ruk uitgelezen.

Om te beginnen is het een bijzonder leerzaam boek. Zo heb ik nooit geweten wat de betekenis was van de naam van zelfbedieningsfirma De Spar. Het blijkt het motto te zijn van de inkoopcombinatie: Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig. Zou ook een mooi motto voor de publieke omroep zijn, trouwens.

Verder is het een boek waarin de liefde tussen een man en zijn fiets mooier wordt beschreven dan ooit. U kent het verhaal. Dirk Jan belooft een Italiaanse fietsenmaker, die hem matst met een riempje van een toeclip, terug te komen, een fiets bij hem te kopen en die over de Alpen naar Nederland te rijden. Hij lost die belofte twaalf jaar later in.

De Nieuwe Fiets is het reisverslag. En het verhaal van een liefde op het eerste gezicht. Hoor wat hij schrijft als het doek over de fiets wordt opgetrokken: "Ik tril op mijn benen. Zie roder rood en zwarter zwart dan ik ooit op een fietsframe heb zien glimmen. Wat een heftige fiets. Wat een schoonheid. Zwijgend kijk ik naar het vurige kunstwerk. Zwarte stierenkop die fel naar achteren wegloopt. Zwarte banden met rode bies. Nerveus Italiaans zadeltje."

Het is echte liefde, inclusief koosnaampjes als 'rossonero'. Als de geliefden voor het eerst samen zijn, uitgezwaaid door de fietsenmaker, gaat de auteur over in de eerste persoon meervoud. "We wandelen eerst een stukje door het dorp, de nieuwe fiets losjes aan mijn hand. Ik bekijk hem nog eens rustig, alleen op het dorpsplein, in daglicht. Voel de stang, laat de vingers over de nieuwe lak glijden." Geen wonder dat we de volgende bladzijde meemaken dat de fiets in de rooms-katholieke kerk van het plaatsje Dronero gezegend wordt, de auteur sprenkelt, in het aangezicht van Jezus en Maria, water op de glimmende lak.

Die ware liefde blijft zo de hele reis voelbaar, en wordt nergens klef. Op elke stop is de eerste zorg: waar mag Dirk Jan zijn fiets neerzetten? Op de hotelkamer, of in de wijnkelder, of in de schuur in het stro. Gelukkig, elke morgen staat-ie er nog. En als de eigenaar in gesprek komt met een opschepperige macho, met een peperdure fiets van carbon die maar zeven kilo weegt, volgt een van de mooiste zinnen van het boek: "Ik streel onder de tafel de achtervork van mijn rossonero."

Over de liefde gaat dit boek dus, en ook over de dood. Want de auteur gebruikt die idiote fietstocht van Italië naar Nederland vooral om de tragische gebeurtenissen in zijn leven te overdenken. Het wordt een aanklacht tegen de dood, tegen de dood door kanker vooral. De dood van vader Theo, wie het niet vergund was om zijn dromen te vervullen, en die door zijn vroege overlijden zoveel moois gemist heeft. Vader Theo heeft in dit boek een monument gekregen - opgericht door zijn zoon, die het in tranen moet hebben geschreven.

Ik ken Dirk Jan al even, maar ik sta verbaasd. Hij kan prachtige films maken, of ze nu over Louis van Gaal, Pim Fortuyn, Michael Boogerd of Willem Wilmink gaan - ze raken altijd de kern en ze slepen de kijker mee. Hij heeft met zijn inspirerende manier van coaching de serie Andere Tijden Sport gemaakt tot een van de successen van het televisiejaar 2008. En nu schrijft hij een boek dat niet alleen ontroert, maar ook getuigt van een bijzonder observatievermogen en een zeldzaam economisch taalgebruik. Hier mijn favoriete alinea uit het boek, als hij ergens op de Ballon d'Alsace omhoog fietst en in noodweer in een soort wielerextase raakt:"Mijn geest neemt de macht over. Het lichaam volgt zonder protest. Draaien, malen, ademen, tellen. Cadans, in trance. Loom en onverschillig. Geen diepe gedachte komt boven. Alles is primair. Een rode fiets, zwart nat asfalt, snoeiharde wind, ijzige kou, blauwe benen, riviertjes van regenwater, zware rugzak, zeiknatte schoenen, verrimpelde voeten. C'est tout."

Dirk Jan is, kortom, een multitalent. In films maken, in schrijven en ook nog in sociale vaardigheden. Dat laatste weet iedereen die met hem gewerkt heeft, of die zijn vriendschap heeft genoten. Het moet haast wel in de genen zitten. Ik zie het vaker in mijn omgeving, de echte uitblinkers zijn kinderen van middenstanders. De boekhouding én de verkoop. Het personeel begeleiden én zelf meewerken. Scherp inkopen én de reclamefolder bedenken. Niet alléén maar talent, ze moeten er ook heel hard voor werken, en dat kunnen ze ook, dat is ze voorgedaan.

Daarom kijkt vandaag vader Theo tevreden op ons neer, ik denk dat hij glundert. Een wolkje verder zitten Steven, Mariska en Els te grijnzen - voor hen is het geen verrassing, zij wisten al lang wat Dirk Jan allemaal kan.

Ik dank u.

Ad van Liempt

 

De Engeltjeskamer van uitgeverij LJ Veen, Herengracht 481, Amsterdam, 6 mei 2009, 18.18 uur